Klachten, zoals vermoeidheid, leiden tot een lagere kwaliteit van leven, verminderd functioneren op het gebied van activiteiten in het dagelijkse leven en een verminderde participatie op de arbeidsmarkt. Oncologische revalidatie kan een groot deel van de mensen gediagnostiseerd met kanker helpen om de gevolgen hiervan te boven te komen en om de kwaliteit van leven en deelname aan het arbeidsproces te verbeteren.

Oncologische revalidatie Oncologische Revalidatie wordt door CVZ (College voor zorgverzekeringen) gedefinieerd als zorg die gericht is op de functionele, fysieke, psychische en sociale problemen verbonden met kanker, inclusief nazorg en revalidatie. Het gaat daarbij om advies en waar nodig begeleiding bij het omgaan met de ziekte (coping), herstel, het in stand houden en verbeteren van de conditie. Oncologische revalidatie moet zich volgens CVZ richten op het gehele traject diagnose – behandeling – nazorg voor alle patiënten. Dit betreft de periode tijdens of na afronding van de in opzet curatieve behandeling en tijdens de ziekte- en symptoomgerichte palliatieve fase. Het verdient aanbeveling dat per patiënt een behandelprogramma op maat wordt bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met de kenmerken van de ziekte en de voorkeuren en de persoonlijke doelen van de patiënt.

Klachten na afloop curatieve behandeling. Het is aan te bevelen om bij de follow-up van patiënten, na de behandeling van kanker, bij anamnese en lichamelijk onderzoek extra aandacht te besteden aan de langdurige bijwerkingen en de late effecten van de behandeling van kanker, omdat deze effecten bij een groeiend aantal langdurige overlevers een nadelige invloed hebben op de kwaliteit van leven. Langdurige en late effecten van de behandeling van kanker waarmee rekening gehouden moet worden zijn vooral: langdurige (vaak ernstige) vermoeidheid, depressie, angst en een algemeen slechtere lichamelijke gezondheid die tot uiting komt in verminderd fysiek functioneren, beperkingen in dagelijkse activiteiten en verlies van conditie en sociaal maatschappelijk functioneren

Palliatieve fase. Tijdens de palliatieve fase verschuift de doelstelling naar het optimaliseren van de fysieke conditie en de kwaliteit van leven van patiënten. CVZ geeft aan dat fysieke activiteiten (bewegen) tijdens alle fasen onderdeel moet zijn van oncologische revalidatie ² De ervaringen uit de oncologische revalidatie, opgedaan bij patiënten tijdens en na de in opzet curatieve behandeling, in aangepaste vorm te gebruiken voor de ontwikkeling van een revalidatieprogramma voor patiënten vroeg in de (ziekte- en symptoomgerichte) palliatieve fase. Ook voor patiënten in de palliatieve fase kan worden gestreefd naar een norm voor fitheid ofwel vitaliteit. Het verdient aanbeveling dat in een revalidatieprogramma voor de palliatieve fase de persoonlijke doelen en voorkeuren van de patiënt (en zijn naasten) centraal staan. Daarbij kan gestreefd worden naar preventie en behandeling van symptomen enerzijds en optimaliseren van de kwaliteit van leven anderzijds. Ook het streven naar behoud van fysieke functies zoals bijvoorbeeld traplopen kan hierin essentieel zijn voor patiënt en naasten. Er wordt, waar mogelijk tot het niveau van de beweegnormen, gestreefd naar het ontwikkelen en in stand houden van een actieve levensstijl en het verhogen van het niveau van fysieke activiteit, functioneren en de kwaliteit van leven. Daarnaast zal de fysiotherapeut aandacht besteden aan het inspanningsvermogen en de spierfunctie, mochten dit beperkende factoren zijn voor het opbouwen en/of onderhouden van een actieve levensstijl. Inspanningsvermogen en spierfunctie zijn immers gerelateerd aan morbiditeit, zorgconsumptie en mortaliteit. Op basis van de hulpvraag en het risicoprofiel kan de huisarts of oncologisch specialist de cliënt doorverwijzen naar een competente fysiotherapeut voor een intake en het opstellen van een geïndividualiseerd beweegplan. Daarbij is de kennis van de behandeling van de oncologische aandoening nodig om de gevolgen direct en indirect op het muskuloskeletale systeem (spieren), het cardiorespiratoire systeem (hart en longen), het neurologische systeem (zenuwen), en het lymfesysteem te kunnen begrijpen. Het beweegprogramma wordt in eerste instantie onder begeleiding van de fysiotherapeut opgestart. Zodra dit mogelijk en verantwoord is, wordt de begeleiding afgebouwd en wordt de patiënt gestimuleerd om te gaan participeren in het reguliere beweeg- en sportaanbod. In sommige gevallen is maximale inspanningsdiagnostiek met ademgasanalyse, een elektrocardiogram en/of een hart echo noodzakelijk of wenselijk. In dat geval kan de diagnostiek alleen plaatsvinden in een ziekenhuis waar de outillage en deskundigheid voor dergelijke tests aanwezig is. Als deze gegevens bekend zijn dan kan er worden besloten of de revalidatie kan worden gestart.

  1. NKR Nederlandse kankerregistratie.
  2. CVZ college voor zorgverzekeringen.

Voor deze vorm van revalidatie heb ik de volgende certificaten behaald.
Oncologische cliënten, fysiotherapeutische mogelijkheden.
Beweegprogramma`s deel 1 Algemeen.
Beweegprogramma`s deel 2 Muduul Oncologie.
Behoud van fysieke fitheid tijdens chemotherapie.
Fysiotherapie in de palliatieve zorg bij kanker.
Verdiepingscursus Oncologie en Fysiotherapie.